Homilie HH MvG 7-7-2024

Homilie op de 14e zondag door het jaar bij de slotviering kerk van de HH. Martelaren van Gorcum op zondag 7 juli 2024

Preek

Zusters en broeders, allen die hier deze morgen naar de kerk van de HH. Martelaren van Gorcum zijn gekomen.
Het is een vreemde gewaarwording te weten dat wij voor de allerlaatste keer hier verzameld zijn, Eucharistie vieren, er voor de laatste keer een homilie wordt uitgesproken in deze mooie kerk, er wordt gekosterd, gezongen, alles in gereedheid is gebracht voor dit samenzijn en de deuren van de kerk straks gaan sluiten.
Dit heb ik zelf nog nooit meegemaakt en velen onder u ook niet.
Het raakt mijn hart en ons aller harten.
Priester Paul uit Oeganda maakt dit nu in de laatste week van zijn stagetijd hier in Nederland mee, terwijl de kerk in Africa juist een enorme bloei kent.
Het sluiten van onze kerk hier brengt een proces van rouw met zich mee.
Velen zijn hier opgegroeid, hebben zovele herinneringen aan vroeger, een tijd van opbloei meegemaakt, het rijke roomse leven, maar ook een stuk neergang, teleurstelling en ontkerkelijking.
Sinds 1895 wordt er hier in de kerk gevierd, hebben er o.a. Eucharistievieringen, hoogfeesten, zondagsvieringen, doordeweekse vieringen, dopen, huwelijken, jubilea, uitvaarten plaatsgevonden, werden pastoors feestelijk binnengehaald en geïnstalleerd, werd de biecht afgenomen en waren kerk en samenleving sterk met elkaar verbonden.
Gods liefde werd gevierd, Gods woord klonk en werd vertaald naar het leven van alledag en in de H. Communie ontvingen wij Christus zelf die de oorsprong is van de kerk die is gesticht op het kruis.
23 april 1895 zegende pastoor de Bont dit Godshuis in.
Pastoor Sweens was de eerste pastoor.
8 pastoors hebben hem opgevolgd en ikzelf mag de 9e pastoor zijn in de lange traditie.
Maar ook zij die in het recente verleden hier als diaken werkten en als pastoraal werker of werkster leverden in het verleden hun bijdragen tot opbouw van de geloofsgemeenschap.
Bij de koren die in de loop van de jaren zijn ontstaan mogen wij het St. Caeciliakoor, dameskoor Con Amore en jeugdkoor de Lindelijsters in bijzonder vermelden en ook de zusters, de kosters, de parochiebesturen, de vrijwilligers die hun door God gegeven talenten op allerlei manieren hebben gedeeld tot opbouw en voortgang van de geloofsgemeenschap, voor het onderhoud van kerk en begraafplaats die wel open blijft en nog steeds moet worden bijgehouden.
Het eeuwfeest van deze kerk werd gevierd in 1995 onder pastoor van Bragt zaliger, waarvoor grote inspanningen zijn verricht.
Dit leverde mooie vruchten op en velen onder u bewaren hieraan mooie herinneringen.
Destijds werden in de kerk twee relieken vereerd van de HH. Martelaren.
Beide relieken liggen hier op het altaar en bevatten een klein stukje bot van de HH. Martelaren van Gorcum.
Het martelarenlied bij de opening van deze eucharistieviering gezongen getuigt van hun onverwoestbare geloof in Christus en in het laatste couplet wordt gezongen; “Schenk Nederland ’t geloof in Christus weer”.
We zongen het toen, maar ook nu in de 21e eeuw.
Ook destijds waren er moeilijke tijden en klonk de oproep tot geloof en bekering.
Wie kon vermoeden dat Kerk en wereld zo zouden gaan veranderen, kerkbezoek zou gaan teruglopen, vrijwilligers vergrijsden, pastorale beroepskrachten beperkter zouden worden en financiële middelen gingen opdrogen.
U weet als geen ander dat zowel het parochiebestuur als het pastorale team de wens hadden zolang als kan in onze kerken te blijven vieren.
Hierin komt door de sluiting van de kerk van de HH. Martelaren van Gorcum een verandering.
Opnieuw een verandering want zoals in 2005 de St. Jozefkerk moest sluiten, zo zal volgend jaar de kerk in De Moer moeten sluiten.
Het vraagt nu opnieuw offers en dat doet pijn.
Onze bisschop mgr. De Korte heeft bevestigd dat wij het te lopen traject om tot deze belangrijke en ingrijpende dag van de sluiting van deze kerk te komen met zorg hebben doorlopen, hij leeft mee met de gevolgen van het besluit dat is genomen, hij wenst alle parochianen goede moed toe en hoopt dat dit Godshuis straks een waardige herbestemming kan krijgen.
Dat is in ieder geval qua finantiën van levensbelang voor de voortgang van onze parochie H. Willibrord.
Met de handen ineen willen wij voortgaan, vanuit het geloof, de hoop en de liefde die wij in Jezus Christus vinden.
Vanuit voorgaande woorden wil ik een verbinding maken met de lezingen van vandaag, want als volgelingen van Christus zijn wij nl. geroepen om als geloofsgemeenschap voort te gaan in de geest van de patroonheiligen van deze kerk en een teken van hoop te zijn en blijven voor de wereld, ongeacht ieders afkomst, want misschien hebben wij het wel eens meegemaakt: iemand in je straat, je klas, je jaar, je stad of dorp viel niet echt op in zijn of haar jeugd, maar heeft het als volwassene het heel ver gebracht: wellicht als ceo van een belangrijk bedrijf, universiteitsprofessor, schooldirecteur of directrice, als bekende zanger/zangeres, sportman/sportvrouw…
Het kan zijn dat wij van die persoon zeggen: hij of zij is niet beter dan ik, ik ken zijn of haar afkomst en zijn of haar zwakke kanten.
En misschien ben je dus niet geneigd hem of haar te geloven, of belangrijk te vinden.
Dat is precies wat Jezus meemaakt in het evangelie.
De afgelopen zondagen hoorden wij dat Hij de menigte bezielt met zijn Blijde Boodschap en zijn boeiende parabels over het Koninkrijk van God, dat Hij de storm stilt op het meer, een zieke vrouw geneest en het dochtertje van Jaïrus weer tot leven wekt.
Dat heeft tot gevolg dat Hij in heel de omgeving van Kafarnaüm als een belangrijke profeet wordt gezien en dat de mensen naar Hem opkijken, vol aandacht naar zijn Blijde Boodschap luisteren en vol hoop hun zieken naar Hem toebrengen.
Dus Jezus waagt het erop om naar Nazareth te trekken, waar Hij dertig jaar heeft gewoond, maar of Hij daar even succesrijk zal zijn is helemaal niet zeker.
Jezus waagt het er op om op de sabbat in de synagoge van zijn vaderstad te onderrichten.
Wellicht hoopt Hij dat zijn stadsgenoten positiever zullen reageren dan zijn familie, maar dat is helemaal niet het geval, integendeel.
Zij vragen zich af: ‘Waar heeft Hij dat vandaan?
En wat zijn dat voor wonderen die zijn handen verrichten?’.
Hij is toch maar een timmerman?
Hoe kan Hij dan over wijsheid beschikken en wonderen verrichten?
En ze ergeren zich dood aan Hem.
Ze reageren dus op precies dezelfde wijze als wij soms doen wanneer we te maken hebben met iemand die tegen alle verwachtingen in knap en succesvol is.
We gunnen het hem of haar misschien niet.
Maar wellicht zijn we er ons niet van bewust dat wij dat zelf ook kunnen meemaken.
De meeste ouders en grootouders ondervinden maar al te vaak dat ze met hun kinderen en kleinkinderen over alles kunnen spreken, zolang het maar niet over het geloof gaat, over naar de kerk gaan, over bidden, over God en gebod.
Dat is taboe in het gezin, in de familie, op straat, in de omgeving, want ieder wil zijn eigen gang gaan, en wil niet lastig gevallen worden met dingen die hem of haar niet interesseren.
Moeten wij het dan maar opgeven?
Moeten wij ons geloof dan maar verborgen houden, ook nu wij niet meer deze kerk kunnen bezoeken?
In de eerste lezing krijgen we een antwoord op die vraag.
De profeet Ezechiël schrijft: ‘In die dagen kwam de Geest over mij en sprak tot mij: Mensenzoon, Ik zend u naar het opstandige volk dat zich tegen Mij verzet.’
Daarmee toont hij aan dat hij niet handelt uit eigen kracht, dat hij niet zelf beslist om profeet te zijn, maar dat hij door God geroepen is.
Zusters en broeders, dat zijn ook wij als parochianen van de parochie H. Willibrord. Ook wij worden dus door God geroepen om te verkondigen dat Hij midden onder ons woont, wij moeten niet opgeven nu wij hier in deze kerk niet meer kunnen samenkomen.
We moeten dus blijven getuigen van het geluk, de liefde en de vreugde van ons geloof.
En natuurlijk moeten we ons geloof blijven beleven in heel ons doen en denken.
Ons geloof in God door wie we onze naasten liefhebben en luisteren naar onze medemensen, zoals Hij luistert naar ons.
Zusters en broeders, vandaag is het de eerste zondag van de zomervakantie, en dat is de mooie tijd waarin God ons aanspreekt om ons te blijven inzetten.
Hoewel deze slotviering een verhaal is van verlies en afscheid, is zij tegelijkertijd een dringende uitnodiging dat ondanks sluiting van een kerkgebouw er toch religieuze vernieuwing kan ontstaan zolang wij elkaar niet loslaten.
Laten wij volgens het pastorale plan van onze parochie samen op weg gaan, in vertrouwen en verbondenheid, om onze parochie nieuwe levenskracht te geven als mensenzonen en mensendochters die in het spoor van Jezus willen leven om mee te bouwen aan Koninkrijk.
Dan kunnen we dubbel zoveel genieten van de komende vakantietijd.
Amen.


Voor het uitdragen van het H. Sacrament
Zusters en broeders, de formele kant van de sluiting van deze katholieke kerk bestaat enerzijds uit het bisschoppelijk decreet ’tot onttrekking aan de goddelijke eredienst’ en dat zal morgen 8 juli zijn en anderzijds bestaat het sluiten van deze kerk uit het wegdragen van het Allerheiligste (de geconsacreerde hostie) uit de kerk, het doven van de godslamp (de lamp die brandt zolang de geconsacreerde hostie in het tabernakel aanwezig is) en het wegdragen van de relieken van de HH. Martelaren van Gorcum die op het altaar liggen. Dat zal ik zo direct als pastoor doen, samen met priester Paul en diaken Alexis.
Hoewel vandaag een moment is van verlies en afscheid, willen wij in de kracht van de HH. Martelaren van Gorcum die in navolging van de Heer hebben geijverd voor het geloof, erop vertrouwen dat ondanks de sluiting van kerkgebouwen er religieuze vernieuwing kan ontstaan.
Mag ik u vragen te gaan staan.