Dopen




Doopsel
De geboorte van een kind is een unieke gebeurtenis. Het maakt bij gelovige ouders een diep gevoel wakker.
Ze willen Gods zegen voor de toekomst van hun kind.
De doop is het eerste sacrament, waarbij het kind besprenkeld wordt met doopwater, onder aanroeping van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, en gezalfd wordt met gewijde olie (Chrisma).
Het is het sacrament van de vriendschapsband met God en met Jezus Christus in het bijzonder.
Het is tegelijk het ontvangen van de gave van de Heilige Geest, die maakt dat de dopeling deelneemt aan de geloofsgemeenschap.
Door het Doopsel word je christen en opgenomen in de Katholieke Kerk.


Voorbereiding
Na aanmelding ontvangt u gegevens over de doopvoorbereiding in onze parochie.
Dopen vinden in de regel plaats op de zondag.
Meestal zijn er maximaal twee tot drie doopvieringen op één zondag.
De voorbereidingen voor de ouders van de dopelingen vinden doorgaans steeds op een woensdagavond plaats.
Dan wordt gesproken over de betekenis van de doop en wordt informatie gegeven over de doopviering.
Na een voorbereidingstijd is het uiteraard ook mogelijk dat volwassenen zich laten dopen.
Hiervoor geldt echter een speciale voorbereiding.
Tijdens deze avonden zal er voldoende tijd zijn om elkaar te leren kennen, ook op informele wijze.
De datum waarop de doop zal plaatsvinden kan vooraf of tijdens deze avonden in overleg met u worden bepaald.





Bij de uitnodiging ontvangt u een doopformulier.
Wij verzoeken u vriendelijk dit formulier in te vullen en aan ons te retourneren vóór de eerste bijeenkomst.
Voor de kerkelijke dienstverlening, die verband houdt met de voorbereiding op de doop en voor de doop als zodanig, wordt een vergoeding gevraagd.
Kijk op de pagina “Parochie Tarieven” voor het juiste tarief, klik hier...
De doopkaars is daarbij inbegrepen.
De komende twee bijeenkomsten ter voorbereiding, steeds van 20.00 uur tot 21.30 uur zijn op de pastorie, Oranjeplein 1, 5175 BE Loon op Zand.
Wilt u mailen: klik dan op contact hierboven in de menu-balk.
Mocht u echter bij een eerdere doop al voorbereidingen hebben gevolgd, dan bent u uitgenodigd voor een korte bijeenkomst op de pastorie.

Peetouderschap in de Katholieke kerk
Dopen, wat & hoe:
Hoe zit het met de peetouders? Geregeld krijgen we de vraag: wie kan peter en meter zijn? Hoe zit dat nou met die peetouders?


Betekenis peter en meter
Vroeger was de meter altijd degene die het kind ten doop hield.
De reden hiervan was dat een kind direct na de geboorte gedoopt werd en de moeder dus nog op het kraambed lag.
Je kunt zeggen dat de meter de ´stand-in´ voor de moeder was.
Dat hoeft nu niet meer omdat de moeder zelf ook bij de doop is.
Ouders kunnen zelf kiezen wie het kind ten doop houdt.
De peetouders zijn ten eerste de vertegenwoordigers namens de geloofsgemeenschap en daarom zijn de peetouders (peetoom en/of peettante) altijd katholiek.
Tezamen met de ouders spreken ze de doopbeloften en de geloofsbelijdenis uit.
Op de tweede plaats zijn de peter en de meter de mensen die namens de parochie beloven om de ouders van een dopeling bij te staan in de geloofsopvoeding van de gedoopte (meestal kind).
Ze ondersteunen de christelijke levenswijze en staan het kind bij in het geloofsleven.
Dat kan heel praktisch zijn: als eerste door veel te bidden voor het petekind, door af en toe te praten over God en samen naar de kerk te gaan, of door kadootjes te geven: een kinderbijbeltje, een gebedenboekje, of een rozenkrans en een kruisje.
Als vanzelfsprekend zijn de peetouders aanwezig bij de Eerste Heilige Communie, het Vormsel en het huwelijk van hun petekind.


In Nederland is het peetouderschap wat verwaterd als het gaat om die oorspronkelijke betekenis en taken.
Vroeger kwam het nogal eens voor dat – door slechtere medische voorzieningen – de moeder vroeg overleed.
Peetouders waren dan een praktische oplossing op het kind op te voeden.
Baby’s hadden peten voor het geval één van hen niet een kind alleen kon opvoeden.
Dat is de reden waarom de peetoom en -tante vaak van verschillende kanten van de familie komen.
Gelukkig zijn die tijden voorbij.
Mocht je toch onderling besluiten voor een voogdijschap van de peetouders, dan kun je ervoor naar de notaris om dat vast te leggen.
Het wordt niet automatisch geregeld door een burgerlijke of kerkelijke wet.
De betekenis is beperkter geworden en wordt steeds vaker alleen gezien als de twee belangrijkste getuigen bij de doop.


Als je als peter en meter deze taken op je wilt nemen, dan is het meer dat logisch dat de voorwaarde is dat de peetouders zelf gedoopt en gevormd moeten zijn en hun eerste heilige Communie gedaan hebben.
Als je hier niet aan kunt voldoen, dan kan je getuige zijn van de doop van je petekind.
Een niet-katholiek kan geen peetouder worden, maar wel als doopgetuige worden genoteerd.


Alleen familie? Of ook vrienden? >Het hoeft niet persé zo te zijn, dat de peetouders familie moet zijn.
Het kunnen ook mensen uit je vriendenkring zijn. 1+1=2?
Het hoeven er ook geen twee te zijn.
Je kunt met één peetouder volstaan.
Mocht je helemaal niemand vinden, dan kan je kind ook zonder peter of meter worden gedoopt.
Daarbij tekenen we aan dat het voor een kind heel prettig is om te weten, dat er anderen zijn dat de ouders om over problemen, levensvragen en het geloof te kunnen praten.
Zeker als je als petekind af en toe een extra cadeautje krijgt…
Verder is het volgende belangrijk om te weten: Het is of een peter én een meter of één meter of één peter.
Twee meters of twee peters is niet toegestaan.


Help! Ik wil een andere peter/meter.
Het kan natuurlijk voorkomen dat een peter of meter niet meer aan zijn of haar verplichtingen voldoet, omdat hij of zij het geloof heeft laten varen, onverschillig is geworden, het contact met de ouders van het petekind heeft verbroken, bijvoorbeeld na een echtscheiding of na onenigheid of ruzie.


Verhuizing naar het buitenland hoeft geen beletsel te zijn om toch peter en meter te blijven.
Zij kunnen immers blijven bidden voor hun petekind en hun belangstelling blijven tonen middels mails, brieven of telefoontjes.


In principe hoeft er maar één peter of meter te zijn.
Wanneer één van de twee afvalt, bijvoorbeeld door overlijden, dan hoeft er geen nieuwe peter of meter gezocht te worden.
De taak van de geloofsopvoeding ligt vooral bij de ouders zelf.
Als zij deze taak gewetensvol uitvoeren, is er geen noodzaak om een nieuwe peter of meter te zoeken.
Eventueel voogdijschap is juridisch noch kerkrechterlijk gekoppeld aan het peter- of meterschap.