Parochieheiligen


Onze Parochieheiligen
Onze parochiekerken zijn gewijd aan een aantal heiligen: St. Jan de Doper, de HH. Martelaren van Gorcum, H. Joachim en natuurlijk is de parochie gewijd aan de H. Willibrord.
Wie waren deze heiligen en waarom worden ze sint genoemd.
Sint is een vertaling uit het Latijn: sanctus dat heilige betekent. Iemand wordt heilig verklaard als er iets bijzonders in of na hun leven gebeurd is.



De heilige Willibrord in Loon op Zand




De heilige Willibrord
Op 7 november viert de Kerk het feest van de H. Willibrordus, patroon van de Nederlandse kerkprovincie en ook van onze parochie.




Willibrord: wie was hij en wat heeft hij ons te zeggen?
Hij werd geboren in Noord-Engeland en kwam in 690 naar ons land om hier het Evangelie te brengen.
Hij was toen dus 31/32 jaar. Wat heeft hij daarvóór gedaan?
We weten dat hij op zevenjarige leeftijd werd toevertrouwd aan het benedictijnenklooster in Ripon (bij York) om daar een opleiding en vorming te krijgen.
Op 20-jarige leeftijd trad hij in het klooster van de benedictijnen van Rathmelsigi (Ierland) en werd daar in 688 tot priester gewijd.
Voordat hij naar de Lage Landen kwam, heeft hij dus een leven geleid dat bestond uit studie en gebed.
Zo werd de basis gelegd voor zijn latere missioneringspraktijken.
Want wie het Evangelie wil verkondigen, kan dat alleen vanuit een hechte band met Christus.
En om die band op te bouwen is het nodig aandacht te besteden aan je geestelijk leven: aan gebed, Bijbellezing, meditatie en ontvangen van de sacramenten.
Ook voor ons, mensen van de 21e eeuw, geldt dat een stevige geestelijke ondergrond nodig is, willen we het geloof overdragen aan een volgende generatie.
Het zou daarom goed zijn, als we ons eerlijk de vraag zouden stellen: hoe staat het met ons gebedsleven?
Staat onze Bijbel alleen maar in de kast (als we er al een hebben) of lezen we er ook regelmatig uit?
Verdiepen we ons in ons geloof en geven we van daaruit vorm aan ons leven?




Ieder jaar wordt in één van de drie kerken op de zondag het dichtst bij 7 november een speciale Sint Willibrordviering gehouden.
In 2013 was dat in de St. Jan in Loon op Zand.






Sint Jans Onthoofding (de kerk van Loon op Zand)
Hier wordt Johannes de Doper bedoeld die, zoals de bijbel, beschreef, onthoofd werd als cadeau voor de dochter van Herodes.




De onthoofding, specifiek die van Johannes, heeft het oude volk dat dichter bij de natuur stond, diep geraakt.
Zo werden diverse planten naar de heilige genoemd.
De bekendste plant is wel het sintjanskruid.
De plant zelf vertelt waarom die zo genoemd wordt, wrijf maar eens de bloemblaadjes tussen je vingers; ze worden rood.
Dit, zei het volk, was het bloed van Johannes.



Relikwie van de arm met vinger van Johannes de Doper




Sint Jan de Doper (de kerk van Kaatsheuvel)
Johannes de doper was de zoon van een oud echtpaar dat geen kinderen kon krijgen.
Net zoals Joachim (zie hieronder) ging priester Zacharias naar de tempel om te offeren.
Daar werd hem door een engel verteld dat Elisabeth zijn vrouw toch zwanger was (net zoals bij Joachim en Anna).
Zijn geboorte was ongeveer een half jaar voor die van Jezus.

 
Johannes verbleef in de woestijn waar hij volgelingen had en doopte.
De doop diende niet tot vrijstelling van zonden, maar was een manier om het lichaam ritueel te reinigen nadat ze daaraan voorafgaande hun ziel al gereinigd hadden door te leven in gerechtigheid.
Johannes preekte voor zijn mensen en wees hen dat eenvoud en zondenvrij leven een goed leven is.
Daar voorspelde hij de komst van Jezus: “Ik doop jullie met water ten teken van jullie nieuwe leven. Maar na mij komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om zijn sandalen voor hem te dragen. Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur”.




 
Toen Jezus bij Johannes in de Jordaan kwam, herkende Johannes hem, wees naar hem en zei: “Ik zou door u gedoopt moeten worden en dan komt u naar mij”?
Johannes doopte vervolgens de Heer.
Jezus begon met zijn prediking en Johannes werd door Herodes gevangen genomen.
In het Topkapipaleis in Instanbul wordt de hand bewaard waaraan de vinger zit die naar Jezus wees.




De HH. Martelaren van Gorkum (de kerk van Kaatsheuvel)
Waarom heten ze de Martelaren van Gorkum en niet de Martelaren van Den Briel, waar ze zijn vermoord?
Het antwoord is eenvoudig: ze waren afkomstig uit Gorkum en zijn door de geuzen naar Den Briel vervoerd en daar opgehangen.
Onder hen waren elf franciscanen, onder leiding van hun overste Nicolaas Pieck.
In Kaatsheuvel is dat een bekende naam, maar of er enige verwantschap is met de bekende Anton, is mij volstrekt onbekend.
Verder waren er onder de martelaren twee norbertijnen, één dominicaan en een augustijner koorheer (Joannes van Oisterwijk).
Daarnaast waren er vier wereldheren, waarvan de bekendste Leonardus van Veghel was.




Deze Leonardus had in Leuven theologie gestudeerd en had zijn licentiaatthesis afgerond.
Het was dus geen domme jongen.
Hij was pastoor in Gorkum en was de voornaamste woordvoerder van de martelaren.




Van de 19 martelaren waren er vier afkomstig uit het huidige Noord-Brabant, uit ons bisdom zelfs: Leonardus van Veghel, die overigens in ’s-Hertogenbosch was geboren,
Joannes van Oisterwijk, Nicasius van Heeze en ook Adrianus van Hilvarenbeek.
Het zijn dus voor een deel Brabantse heiligen.




Dood door ophanging
Ze zijn in 1572 opgehangen in een turfschuur buiten Den Briel, een Hollands stadje op het vroegere eiland Voorne.
Het protestantisme was in opkomst en de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) was net begonnen.
De martelaren waren het slachtoffer van de haat van de protestantse geuzen tegen de katholieken.
De martelingen waaraan ze werden blootgesteld, waren niet gering: afranseling, bespotting, ondervraging, slapeloosheid, schijnexecuties en opsluiting in veel te nauwe kerkers.
Eén daarvan stonk geweldig, omdat de urine en uitwerpselen van de toiletgelegenheden van de hogere verdiepingen erin uitkwamen.
De martelingen waren zo hevig, dat drie geestelijken hun geloof verzaakten en daardoor in vrijheid werden gesteld.
Toch bleven er 19 martelaren, want hun plaats werd ingevuld met geestelijken van elders.
Uiteindelijk werden ze achter elkaar opgehangen, voor de ogen van degenen die dat nog te wachten stond




De martelaren en wij
Deze 19 bleven tot het einde toe trouw aan hun geloof.
Want waar ging het om? Waar spitsten de ondervragingen zich op toe?
Wanneer konden ze de dood ontlopen? Waar moesten ze aan verzaken?
Het ging uiteindelijk om het katholieke geloof in de Eucharistie en de trouw aan de paus.
Daar hielden deze 19 aan vast.
Daar hadden ze hun leven voor over. Leonardus van Veghel wordt daarom vaak afgebeeld met een ciborie (waar de geconsacreerde hosties in bewaard worden) in zijn ene hand en een schild met het pauselijk wapen in zijn andere hand.
En bovendien met een touw om zijn nek.
Aan de buitenkant van de Berndijkse kerk staat zo’n beeld van Leonardus, tegen de voorgevel.
En ook het beeld van Leonardus in de St. Jan heeft dezelfde kenmerken.




Gestorven voor de Eucharistie en de paus: dat geeft te denken! Nederlandse katholieken zijn geen trouwe kerkbezoekers meer; ze gaan zelden nog naar de H. Mis of Eucharistie.
Volgens de laatst bekende gegevens (2006) gaat in ons bisdom 7% van de katholieken in het weekend naar de kerk.
En de paus hoeft in ons land op dit moment over het algemeen op weinig sympathie te rekenen.
En toch hebben we in onze parochie een kerk die genoemd is naar die Martelaren van Gorkum, die juist gestorven zijn voor de Eucharistie en de paus.
Zouden we die kerk nog zo noemen? Zijn we fier op deze martelaren of schamen we ons er een beetje voor?
Hoe kan het dat zij daar hun leven voor over hadden en dat wij daar zo weinig warm voor lopen?
Waren zij gek? Zouden wij ons eerder kunnen vinden in het geloof van de geuzen?
Hoe zit dat toch met die Nederlandse katholieken?
Allemaal vragen die bij mij naar boven komen,wanneer we nadenken over de Martelaren van Gorkum



Sint Joachim in De Moer




Sint Joachim (de kerk van De Moer)
Joachim was een oudere man in Jeruzalem die de eerste man van Anna was.
Beiden waren de ouders van Maria die de moeder van God werd.
De basis van de legende van Anna en Joachim stamt net zoals hun namen uit het apocriefe evangelie van de apostel Jakob uit het midden van de 2e eeuw dat in de 5e eeuw overgenomen werd in het apocriefe evangelie van Mattéus.
In de 9e eeuw was hun verering nog niet bekend.
Pas in de 14e/15e eeuw kwam de verering voor Anna, de moeder van Maria, groots opzetten om pas in het begin van onze eeuw bijna te verdwijnen.
Luther (1483-1546) vereerde destijds Anna en wel zoveel dat hij om haar naar het klooster ging.
Later zou hij met eenzelfde kracht de verering van Anna aanvallen.




Ook Joachim kende een verering, weliswaar niet zo veel voorkomend als Anna, maar toch.
In het zuiden van Libanon, bij Qlaile, was een byzantijnse kerk, die later in een moskee veranderd werd, waarvan gezegd wordt dat hier Joachim begraven lag. Het enige dat je nog kunt zien is zijn lege graf.




Hoewel de naam Anna en Joachim niet in de bijbel voorkomen, verklaarde paus Gregorius de dertiende in 1584 26 juli tot algemene kerkelijke feestdag van Joachim en Anna.





Het is mogelijk dat de originele schrijver van de legende van Anna zich op de eerste twee hoofdstukken van het eerste boek Samuel baseerde waarin Hanna, de moeder van Samuel, na een bezoek aan de tempel, na een lange periode van onvruchtbaarheid zwanger werd.
Zoals de legende van de ouders van Johannes de Doper.
Dat hebben beide kerken gemeen.
De legende van Joachim en Anna bevat namelijk ook dit onderdeel.
Op een dag dat Joachim in de tempel wilde offeren, werd hij door de priesters weggestuurd.
Het was immers een schande die hij na twintig jaar huwelijk onvruchtbaar bleek te zijn.
Een engel vertelde Joachim dat zijn vrouw op hoge leeftijd zwanger zou worden.
Ook verscheen de Engel aan Anna.
Bij de Gouden Poort van Jeruzalem kwamen zij elkaar tegen en vertelden elkaar het verhaal van de engel.
En Anna kreeg inderdaad Maria.




Er zijn geen kerken in Nederland die aan Sint Joachim gewijd zijn dan die in De Moer.
Joachim is vandaag de dag nog steeds de patroonheilige van de KBO (Katholieke Bond Ouderen) in Brabant.