Interview met het pastoraal team parochie Heilige Willibrord.
In nummer 5 van Rond de Toren schreef ik een stukje over onze kerktoren.
Eigenlijk was ik als een toerist die op een stedentrip behalve een museumbezoek ook de kerk even binnenloopt, daar rondkijkt, zich verwondert over het barokke goud, gotische bogen of de soberheid van de Romaanse stijl.
Mocht ik nog een verdwaalde euro in mijn zak hebben, dan zou ik een kaarsje aansteken voor alle geliefden die mij ontvallen zijn, om vervolgens op zoek te gaan naar een terrasje in de zon. Ik merkte in de weken daarna dat ik hier voor mezelf niet mee weg kwam.
De kerk is immers niet alleen een gebouw. Het is een gemeenschap, een overtuiging, een manier van in het leven staan.
Ik, als echte zuiderling, ben Rooms-Katholiek opgegroeid, net als vrijwel alle dorpsgenoten aldaar.
Of het nu ging om de communie, het vormsel, de processie, de biecht, de Carnavalsmis, het zegenen van de paarden voor de vossenjacht, maar ook de religie-quiz, de rituelen voorafgaand aan en tijdens de belangrijke feestdagen, alles was onderdeel van het leven.
Kaarsjes werden opgestoken in moeilijke tijden, gepaard met gebed of gedachte, en bij een goede afloop volgde eenzelfde ritueel.
Meneer pastoor en meneer kapelaan hadden zo mee kunnen doen met ‘Dagboek van een herdershond’.
Op hun fiets waren ze zichtbaar in het dorp.
Maar belangrijker was misschien wel dat de hele gemeenschap dit samen deed.
De kerk was de kern van de gemeenschap, naast de kroeg, het kruispunt en het verenigingsleven.
Mensen hielpen elkaar en werden geholpen.
Dit overpeinzend bedacht ik me dat in Rond de Toren weliswaar altijd een opsomming staat van vieringen en missen en op de Facebookpagina van Parochie Heilige Willibrord zie ik allerlei activiteiten voorbijkomen, maar feitelijk weet ik helemaal niets van de parochie.
Ik besloot met enige vertwijfeling te vragen om een interview.
Het interview
De afspraak werd snel gemaakt.
Ik belde met gemengde gevoelens aan en mocht plaatsnemen in een hoge ontvangst- annex vergaderruimte met klassiek rood behang.
Ik werd hartelijk ontvangen door parochie catechist Annie van Kuijk, pastoor Peter Luijckx en diaken Alexis Szejnoga.
Een hele delegatie dus, wat de spanning deed stijgen.
Het werd uiteindelijk een lang, intens maar bovenal mooi gesprek, met respect voor hun overtuiging als ook voor mijn onwennigheid, vertwijfeling en vraagstukken.
Ik ga proberen daar zo goed en kwaad als het kan verslag van te doen.
Hoe groot is de parochie?
De parochie H. Willibrord bestaat uit Kaatsheuvel, Loon op Zand, De Moer en een deel van Sprang-Capelle.
Ik was benieuwd naar het aantal parochianen.
Om die vraag goed te beantwoorden moet u weten dat ieder een die gedoopt is in de katholieke kerk en zich niet officieel heeft laten uitschrijven een parochiaan is.
Dat zijn er in deze parochie zo’n 4000.
Natuurlijk zijn niet al deze mensen actief.
Zo’n 500 mensen zijn zicht baar door kerkbezoek, 200 tot 300 mensen zitten in werkgroepen.
Daarnaast zijn er vrijwilligers die incidenteel helpen bij activiteiten van de kerk.
Dat kunnen gelovigen en niet-gelovigen zijn.
Tussen boven genoemde groepen zit een overlap.
Wanneer het een sportvereniging zou zijn, dan zouden we dit een behoorlijk grote club noemen.
Toch voelt het voor mij als weinig.
Hoe vreemd is het niet dat deze ‘club’ wordt geleid door slechts drie vaste krachten.
Ik moet mijn idee van ‘Dagboek van een herdershond’ meteen bijstellen.
Het is onmogelijk om iedereen te kennen, laat staan hun wel en wee zorgvuldig te onder steunen.
Het beeld van de fietsende pastoor met een persoonlijk woordje kan wel in de kliko.
Dit vinden ze zelf ook erg ver velend.
Ze zouden graag meer tijd hebben.
Verbondenheid en ontmoeten zijn belang rijke uitgangspunten van deze parochie.
Maar dat valt niet mee met deze bezetting.
Vanzelfsprekend wordt er gebouwd op vrijwilligers, en dat zijn er in vergelijking met een sportclub eigenlijk best veel.
De missie
Ik vraag door over de missie van verbondenheid en ontmoeten.
De banier die in de kerk staat benadrukt deze missie.
Het streven is de kerk niet alleen het gebouw zijn te laten zijn, maar een gemeenschap van gelovigen.
Het levendig houden van deze gemeenschap en het bouwen aan de gemeenschap zijn een belangrijk streven.
Vroeger was die gemeenschap vanzelfsprekend; in de huidige tijd niet meer.
Er wordt verwezen naar het Tweede Vaticaanse Concilie.
Kort gezegd komt het erop neer dat door dit Tweede Vaticaanse Concilie alle ‘verplichte’ zaken, zoals kerkbezoek, catechese, werkgroepen en dienstbaar zijn aan de gemeenschap minder sterk werden beleefd.
Dit zorgde ervoor dat een deel van deze mensen zich helemaal los maakte van de kerk als een soort bevrijding.
Die groep heeft het katholieke gedachtengoed niet meer overgedragen.
De vanzelfsprekende gemeenschapszin, de kerk als centrum van een gemeenschap om iets te halen, maar zeker ook wat te brengen, is verdwenen.
Verbondenheid, meedoen, gastvrijheid en ontmoeten moeten daarom opnieuw worden uitgevonden.
Jongeren kunnen vertwijfeld vragen: wat heb ik aan een kerk? De wederkerigheid en de gemeenschapszin met ontvangen, maar ook met geven, zijn niet meer van nature aanwezig.
Wat gebeurt er eigenlijk allemaal?
Ondanks de krappe bezetting wordt er samen met de actieve betrokkenen hard aan de weg getimmerd om het vuurtje te laten branden en op te porren.
Het drietal is duidelijk: de parochianen die wel een actieve rol spelen in de kerkgemeenschap doen dit met overgave.
Er zijn veel werkgroepen, voor jong en oud. Hierin worden levensvragen belicht vanuit het geloof, en wordt het geloof belicht vanuit levensvragen.
Het ingewikkelde concept van geloven wordt zo tastbaar en bruikbaar gemaakt voor vraagstukken uit het alledaagse leven.
De gezinsvieringen met ontmoetingsmoment zijn hiervan een illustratie.
Maar er zijn iedere maand ook allerlei andere activiteiten, terug te vinden op de Facebookpagina.
Mocht u denken dat deze activiteiten taaie, zwaarmoedige dingen zijn, dan heeft u het mis.
Er wordt veel gevierd en er wordt zelfs gewerkt aan een heuse escaperoom voor jongeren.
Wist u dat deze activiteiten ook toegankelijk zijn voor niet-parochianen?
Hiermee wordt gebouwd aan de parochie en wordt de kloof die ooit ontstaan is overbrugd, zodat meer mensen de weg naar de kerkgemeenschap kunnen vinden.
Ik vind dat best een moedig streven wanneer ik denk aan de negatieve berichtgeving over de kerk in onze maatschappij.
Het verdwijnen van kerken
Het zal u niet ontgaan zijn dat kerkgebouwen sluiten.
Ze zijn gewoonweg te duur.
Dit brengt mij bij de vraag hoe deze gebouwen gefinancierd worden.
Daar waar in België de overheid hiervoor betaalt en in Duitsland het geld via belasting wordt binnen gehaald, worden kerken in Nederland bekostigd door de parochie zelf.
Er zijn steeds minder betalende parochianen.
Daarnaast vallen kerkgebouwen onder monumentenzorg waardoor ze niet zomaar kunnen worden afgebroken.
Een dilemma dus. Het sluiten van kerken speelt natuurlijk ook in onze parochie: in Kaatsheuvel sluit de HH. Martelaren van Gorcum dit jaar en in De Moer volgend jaar.
Dat is voor de actieve parochianen een gevoelig punt.
Want daarmee verdwijnt ook de gemeenschap waar ze zich zo aan verbonden voelen.
Voor de jongeren geldt dit gelukkig niet.
Die vinden het geen probleem om een stukje verder te fietsen of te rijden.
Dat geeft enig perspectief voor de toekomst.
Nieuwe aanwas
In het kader van nieuwe aanwas binnen de kerkgemeenschap vraag ik wat er wordt gedaan om nieuwe inwoners van Loon op Zand te verwelkomen en het lijntje met de kerkgemeenschap te leggen.
Er wordt met een begrepen wat ik bedoel: waar is die pastoor of diaken die net als in ‘Dagboek van een herdershond’ even op de koffie komt en een bloemetje brengt?
Er worden twee dilemma’s beschreven.
De wet op de privacy zorgt ervoor dat de parochie niet meer wordt geïnformeerd wanneer er nieuwe dorpsgenoten zijn.
De nieuwkomer moet zichzelf melden.
Vanzelfsprekend wordt er dan gericht actie ondernomen.
Maar die drempel is voor de nieuwkomer vaak groot.
Er is echter nog een tweede obstakel.
Vroeger was de kerk zichtbaar der in de maatschappij door bijvoorbeeld het inzamelen van kleding, het geven van mentale ondersteuning en het lesgeven op scholen.
Tegenwoordig zijn veel van deze activiteiten overgenomen door de overheid.
Het is dan ook een groot vraagstuk hoe zichtbaar te blijven voor de parochianen.
Want ‘uit het oog, uit het hart’.
Perspectief
Vindt u het een somber perspectief?
Dat was niet het gevoel dat ik tijdens het interview kreeg.
Ik voelde de hoop en de uitdaging.
Ik voelde ook de uitnodiging om toch eens aan te sluiten bij een van de activiteiten en om wat vaker op Facebook te kijken.
De groep actieve parochianen is weliswaar minder groot dan ooit, maar de betrokkenheid is intens.
Het aantal jongeren dat bewust heeft gekozen voor het vormsel is groter dan in Den Bosch en daar is het drietal behoorlijk trots op.
Deze jongeren lijken steeds meer te worstelen in de kerkgemeenschap, dragen hun geloof in Christus uit en zullen daarin hun kroost later ook meenemen.
Dat hebben ze toch maar mooi voor elkaar gekregen samen met de vele vrijwilligers.
Hiermee is parochie Heilige Willibrord een actieve en wezenlijke ‘club’ in ons dorp.
Wat misschien nog leuk is om te noemen: de pastoor had de hele parochie uitgenodigd voor zijn verjaardag op Hemelvaartsdag.
Ik besloot, met enige aarzeling, ook een flesje wijn te gaan brengen.
Tot mijn verbazing was het een heus feest in de parochietuin met koffie en gebak, wijntje en knabbeltje.
Het was echt druk!
Dat zette mij aan tot nadenken.
Redactie: Peggy Melis